Barack Obama en zijn twittorrible AttackWatch.com

Waarom zou je alleen campagnevoeren als je het publiek kan inschakelen? In 2008 maakte Barack Obama school met zijn fijnmazige sociale media-campagne. Daarin was hij zeer succesvol. Logisch: niet iedereen was toen zo ontzettend online als nu. En wie toen online was, durfde het achterste van zijn tong nog niet zo onbeschaamd aan de buitenwereld te laten zien. Helaas, die competitive edge is er af. We zijn allemaal meer netizen geworden – citizens op internet. En Obama’s laatste tooltje, AttackWatch.com heeft daar ernstig onder te lijden.

De idee is simpel: iedereen mag met Twitter, e-mail of op enige andere wijze ‘aangifte’ doen van leugens en achterklap over Obama’s beleid. Dus: zegt Perry tijdens het grote GOP-debat dat de president 800 miljard aan stimulus had, maar daar ‘nul’ banen mee creëerde, dan zoekt AttackWatch.com daar de waarheid bij:

We say pants on fire, reports Politifact.com. The site refers to four independent analyses by the Congressional Budget Office and three private assessments of the American Reinvestment and Recovery Act to determine that anywhere between 1.3 million and 3.6 million jobs were created or saved by the stimulus— but certainly more than zero.

En zo, hoopt Obama, ontstaat een dialoog met het electoraat wat hem dan weer helpt zijn boodschap te verspreiden. Probleem is dat het initiatief vooral heel veel meligheid en, vanuit Obama’s standpunt bezien, een heel verkeerd soort meligheid losmaakt. Wie zoekt op #attackwatch kan meegenieten van een platform gone horribly wrong. Sinds de lancering op 13 september lijkt de hashtag vooral te zijn gekaapt door activistische Republikeinen die in 2008 misschien nog de kat uit de boom keken, maar nu, social mediawise, daar hoger in zitten dan Obama’s adviseurs. En eenmaal in top is het ze er bijzonder lastig weer uit te krijgen. Een kekke blog, een platformpje of YouTubekanaal is dan niet genoeg. <<

One thought on “Barack Obama en zijn twittorrible AttackWatch.com

  1. De President en zijn economische adviseurs kondigden destijds aan dankzij het stimulus-geld de werkloosheid na een jaar beneden de 8% zou komen. Dat is niet gelukt. Vaak was de banengroei niet eens voldoende om de natuurlijke bevolkingsgroei te compenseren. De werkloosheid ligt nu boven de 9%, en om dit percentage zo laag mogelijk te houden heeft men de definitie van werkloosheid halverwegen maar eens aangepast om de percentages zo laag mogelijk te houden.

    Attack Watch en andere Obama-fans mogen graag wijzen op de banen die “created or saved” zouden zijn. Bij dat ‘saved’ zit nu het probleem. Een groot deel van het stimulus-geld ging als political payback naar staten en overheidsorganen, die daarmee saneringen konden voorkomen en geen mensen hoefden te ontslaan. De nadruk lag op ‘saved’. Dat was helemaal geen onderdeel van het stimulus-plan. Die overheidswerkers hoefden weliswaar niet te worden ontslagen, maar voor elke baan op kosten van de belastingbetaler gaan drie tot vier banen in de private sector verloren. De laagste werkloosheid vindt men in de U.S. dan ook in de staten die de kleinste overheden en de laagste belastingen hebben.

    Banenplannen die overheidsbanen scheppen of redden zijn altijd contra-productief. Dat was onder Roosevelt al zo, en dat is nog steeds zo. Banenplannen vernietigen uiteindelijk altijd werkgelegenheid. Van ambtenaren zijn er altijd te veel, en als het geld wordt geinvesteerd in bevriende bedrijven krijgt men banen voor mensen die zonnepanelen produceren voor $6 om ze vervolgens voor $3 te verkopen.

    Het Amerikaanse bedrijfsleven zit op enorme bedragen, maar aarzelt die te investeren. De toekomst is te onzeker, vooral wegens het nieuwe ziektenkostenverzekeringsplan, de weigering van de politiek om de kosten van de gezondheidszorg terug te dringen (is nu bijna 18% van het GNP), en een enorme toename van regels waaraan het bedrijfsleven zich heeft te houden. Dan scheppen bedrijven maar liever banen in het buitenland, waar het allemaal gemakkelijker gaat en goedkoper is.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *